Het historische overschot aan olie dat tijdens de coronapandemie ontstond omdat er veel minder werd gereisd of gevlogen, is bijna weg. Dat meldt het Internationaal Energieagentschap (IEA). Dat betekent ook dat de prijzen zich gaan herstellen en daar zullen olieproducenten blij mee zijn, maar consumenten minder.
In februari was amper een vijfde van het overschot aan olie over, becijferde de IEA. Sinds die tijd zijn de restjes die er nog waren opgedroogd omdat de op zee opgeslagen voorraden aan olie worden aangesproken. Ook is een belangrijk oliedepot in Zuid-Afrika ook al leeg.
Commerciële olievoorraden in de OESO-landen, waaronder Australië, de Verenigde Staten, Azië en de Europese lidstaten, zijn volgens analisten alweer gedaald tot het gemiddelde waar ze de afgelopen vijf jaar op zaten. Wat er nog over is van het overschot zit met name in China, dat een permanente olievoorraad aan het aanleggen is, zeggen de kenners. Het daadwerkelijk wegwerken van het overschot kan misschien nog wat vertraging oplopen. Sommige nieuwe virusvarianten in India en Brazilië kunnen de vraag bijvoorbeeld nog beïnvloeden.
Naar verwachting neemt de wereldwijde vraag naar olie dit jaar sterker toe dan eerder verwacht vanwege de vaccinatiecampagnes tegen het coronavirus en het economisch herstel dat daaruit voortvloeit. Oliekartel OPEC en zijn bondgenoten zeiden begin deze maand de olieproductie vanaf mei geleidelijk aan te willen verhogen, nu de vraag naar olie aantrekt.
De OPEC is van plan om in mei de productie met 350.000 vaten (van 159 liter) te gaan verhogen, en dan met een vergelijkbare hoeveelheid in juni en vervolgens met 450.000 vaten per dag in juli. Om de olieprijzen te stutten had de OPEC+, het kartel plus bondgenoten zoals Rusland, de productie eerder juist verlaagd. Daarbij sneed Saudi-Arabië vrijwillig in de dagelijkse productie met 1 miljoen vaten. Het land, dat wordt gezien als de leider van de OPEC, zou nu weer de productie willen gaan opvoeren.