Levensverzekeraar Conservatrix, die dinsdag failliet werd verklaard, heeft eind deze zomer financiële steun gevraagd aan het kabinet. Dit verzoek heeft minister van Financiën Wopke Hoekstra "zorgvuldig gewogen maar uiteindelijk afgewezen", zo laat hij aan de Tweede Kamer weten.
De regels rond verzekeraars voorzien nu eenmaal niet in de inzet van publiek geld of "enige taak of bevoegdheid voor de minister van Financiën", schrijft Hoekstra. Het stelsel "heeft zelfs mede tot doel de inzet van dergelijke publieke middelen te voorkomen".
Conservatrix werd op last van De Nederlandsche Bank failliet verklaard. DNB noemt het faillissement "helaas onvermijdelijk". Conservatrix was volgens de toezichthouder "niet in staat om aan de kapitaalvereisten te voldoen". Ook een "alternatieve oplossing" bleek binnen afzienbare termijn niet mogelijk.
Hoekstra keek nog wel of het mogelijk was coronasteun aan Conservatrix te verlenen, maar dat was ook niet het geval. De geldproblemen van de verzekeraar zijn immers niet het gevolg van de pandemie, maar kennen een "andere, meer fundamentele, oorzaak. Conservatrix was niet in de kern gezond".