De hogere prijzen helpen Ingka Group, de eigenaar van de meeste IKEA-winkels in de wereld, aan een hogere bedrijfswinst. Daardoor lukte het de Zweedse woonwarenhuisketen afgelopen jaar namelijk om meer marge op zijn meubels en woonaccessoires te rekenen.
Bij Ingka loopt het boekjaar tot eind augustus. De operationele winst, oftewel het resultaat gecorrigeerd voor onder meer rente en belastingen, steeg bijna 9 procent tot ruim 2 miljard euro. In maart had de onderneming al aangegeven dat de prijzen dit jaar waarschijnlijk met zo'n 12 procent omhoog zouden gaan.
De verkopen stegen uiteindelijk met een kleine 6 procent tot 39,5 miljard euro. De Nederlandse markt, met twaalf winkels die vallen onder Ingka en een concept store in Delft eigendom is van franchiser Inter IKEA Systems, was een van de aanjagers van de groei.
In Nederland ging de omzet 10 procent omhoog, werd eerder al bekend. Dat was onder andere te danken aan een groeiend marktaandeel. Ook werd IKEA Groningen uitgebreid tot een logistiek centrum. Daardoor worden andere vestigingen ontlast en hoeven er minder bestellingen vanuit het centrale distributiecentrum in Oosterhout te komen.
Onder de streep hield Ingka met 287 miljoen euro wel 82 procent minder winst over. Dat had evenwel niets met de woonwarenhuizen te maken, maar met investeringspoot Ingka Investments. Die had last van de stijgende rente op de financiële markten, waardoor obligaties minder waard werden.
Het vertrek uit Rusland drukte eveneens op de cijfers, al geeft Ingka niet aan om wat voor bedrag het precies gaat. Ingka besloot in maart zijn zeventien Russische winkels te sluiten en er te stoppen met de productie. Voor de invasie van Oekraïne was IKEA een van de grootste westerse werkgevers in Rusland.