Nederlandse winkeliers hebben afgelopen jaar meer omzet gedraaid dan in het eerste coronajaar 2020. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) komt dat deels doordat de prijzen flink zijn gestegen. Maar ook als gekeken wordt naar de hoeveelheid verkochte producten, dan ging het beter dan aan het begin van de coronapandemie.
Alles bij elkaar heeft de detailhandel 4,4 procent meer omgezet dan in 2020. Het verkochte volume aan producten nam daarbij met 2,9 procent toe. Daarmee lijkt het effect van de hoge inflatie van de laatste tijd duidelijk zichtbaar. Vooral eten en drinken en energie zijn flink duurder geworden.
De cijfers werden voor het tweede jaar op rij sterk beïnvloed door de virusuitbraak, die ook afgelopen jaar verschillende perioden gepaard ging met strenge lockdownmaatregelen en winkelsluitingen. Online gingen de verkopen daardoor met wel 23,6 procent omhoog. Maar ook in fysieke winkels ging het beter met de omzet. Bij non-food was bijvoorbeeld sprake van een plus van 2,5 procent. Dan gaat het onder meer om kledingwinkels, schoenenzaken en drogisterijen. Supermarkten zetten 0,5 procent meer om dan een jaar eerder.
Het beeld was niet overal hetzelfde. Verkopers van consumentenelektronica en witgoed, meubelzaken en doe-het-zelfwinkels zagen hun omzet juist teruglopen. Zij hadden in 2020 nog recordomzetten geboekt, weet het het CBS. Ten opzichte van 2019, het laatste jaar voor de pandemie, kwamen hun opbrengsten afgelopen jaar wel hoger uit.
Met het naar buiten komen van de jaarcijfers, zijn ook de gegevens over december bekendgemaakt. Winkeliers deden het afgelopen december meer dan 6 procent beter dan een jaar eerder, ondanks dat niet-essentiële winkels in de loop van die maand weer massaal dicht moesten. In de laatste maand van 2020, waarmee wordt vergeleken, kampte de detailhandel ook al met een strenge lockdown. Die drukte destijds sterker op de cijfers.