Hongarije blokkeert een EU-akkoord over de invoering van een minimumtarief voor winstbelasting voor grote multinationals. Net nu Polen na maanden zijn veto tegen de daarvoor bestemde EU-richtlijn intrekt, werpt Boedapest allerlei onverwachte bezwaren op. Met het beoogde minimumtarief van 15 procent moeten alle 27 lidstaten instemmen.
De EU-ministers van Financiën zouden naar verwachting vrijdag in Luxemburg een akkoord sluiten na signalen dat Polen zijn blokkade zou opheffen. Dat deed het inderdaad tijdens de vergadering. Vervolgens zei Hongarije het compromis over de affaire niet te kunnen steunen. "Hebben we het ene probleem opgelost, dient het volgende zich aan", verzuchtte de Franse voorzitter Bruno Le Maire, die de belastingkwestie "ons lievelingsonderwerp" noemde.
Le Maire, die wekenlang met Polen onderhandelde om het over de streep te trekken, wees de Hongaarse minister Mihály Varga erop dat hij maandenlang geen bezwaren op tafel had gelegd. Maar Varga voerde aan dat het vanwege de economische onzekerheden door de oorlog in Oekraïne zaak is voor de EU niet te vroeg in te stappen, omdat dat schadelijk zou kunnen zijn voor de bedrijven. In Hongarije geldt nu een vennootschapsbelasting van 9 procent. Ook vond Varga dat het "technische werk" nog niet af is en zei hij dat de Verenigde Staten en landen in Azië nog niet zover zijn.
De beoogde Europese richtlijn is gebaseerd op een akkoord tussen bijna 140 landen over een grootscheepse hervorming van het internationale belastingstelsel met als doel belastingontwijking en -ontduiking tegen te gaan. Daarin is opgenomen dat multinationals met een jaaromzet van 750 miljoen euro of meer nergens ter wereld minder dan 15 procent belasting mogen betalen. De multinationals moeten gaan betalen in de landen waar hun klanten zitten en niet alleen in het land waar de hoofdvestiging staat.