Horecaondernemers krijgen een beloofde aanvulling op de zogeheten TVL-coronasteun voorlopig niet sneller overgemaakt. Daarover had Koninklijke Horeca Nederland (KHN) een kort geding aangespannen tegen de Nederlandse staat. Maar de brancheorganisatie is niet-ontvankelijk verklaard. Volgens de kortgedingrechter in Den Haag horen vorderingen thuis bij de bestuursrechter en daarom wordt de kwestie nu niet inhoudelijk behandeld.
De rechter zegt zich ervan bewust te zijn dat dit oordeel een teleurstelling is voor horecaondernemers. "Zij kampen in deze tijd al met grote tegenslagen. Hoe wrang dat ook is, de vaste taakverdeling tussen de bestuursrechter en de civiele rechter kan ook in deze zaak niet worden doorkruist."
De brancheorganisatie komt namelijk niet op voor een eigen belang, maar voor een collectief belang dat bestaat uit de bundeling van individuele belangen van horecaondernemers. Voor de bescherming van die individuele belangen dienen ondernemers aan te kloppen bij de bestuursrechter, zo luidt de uitspraak.
KHN probeerde met de zaak de overheid te dwingen om sneller de beloofde aanvulling over te maken. Ondernemers kregen eerder bericht dat de tegemoetkoming in de vaste lasten niet, zoals verwacht, eind februari zou worden overgemaakt, maar "binnen zestien weken". Volgens KHN is die termijn te lang en daardoor dreigen veel ondernemers in betalingsproblemen te komen.
De brancheorganisatie heeft nog niet gereageerd op de uitspraak. Later op vrijdag komt KHN waarschijnlijk met een uitgebreider commentaar en kunnen mogelijk nieuwe stappen aangekondigd worden.
De TVL, voluit Tegemoetkoming Vaste Lasten, is bedoeld voor mkb-ondernemers en zelfstandigen die door de coronamaatregelen veel omzet verliezen, maar wel doorlopende vaste lasten hebben. In december is door de overheid besloten dat de hoeveelheid subsidie voor een ondernemer afhankelijk zou worden van diens omzetverlies. Bij 30 procent omzetverlies is het subsidiepercentage 50 procent. Bij 100 procent omzetverlies loopt dit op naar 70 procent.
KHN heeft ook nog een andere procedure tegen de Staat lopen. De brancheorganisatie wil onder meer weten waarop maatregelen om het coronavirus in te dammen, zoals de sluiting van de horeca, zijn gebaseerd. Volgens KHN hebben horecaondernemers sinds het begin van de crisis al zeker 5 miljard euro aan eigen geld en middelen in hun restaurants en cafés gestoken om de crisis te overleven. Dit terwijl de crisis niet aan de sector is toe te schrijven. Daarom zouden die miljarden terug aan de horecaondernemers moeten worden overgemaakt.