Als horecaondernemers hun terrasverwarmers niet meer zouden mogen aanzetten kost het ze veel omzet. Geld dat ze nu juist hard nodig hebben, waarschuwt Koninklijke Horeca Nederland (KHN).
De brancheorganisatie reageert op uitlatingen van klimaatminister Rob Jetten die fossiel gestookte terrasverwarmers in de horeca niet meer vindt kunnen. De minister noemde het gebruik ervan ronduit belachelijk, meldde De Telegraaf eerder. Hij deed die uitspraak op de klimaattop in Sharm el-Sheikh.
Maar volgens onderzoek van KHN zetten zes op de tien horecaondernemers de verwarming nu standaard sowieso al uit. Alleen als de gast erom vraagt worden ze aangezet. "Ook zien we ondernemers die zelfbedieningsknoppen op heaters hebben geplaatst. Een verbod lijkt ons daarom niet nodig, de markt beweegt al vanuit zichzelf", stelt de brancheorganisatie.
KHN wijst erop dat bij zaken die een terras hebben, het terras gemiddeld voor 28 procent van de omzet zorgt. Het aandeel terrasomzet is met 35 procent het hoogst bij bedrijven die het terras het hele jaar open hebben. "Door met de minder warme dagen het terras te moeten sluiten omdat het te koud is, betekent dit voor veel ondernemers omzetverlies."
Verder wijst de organisatie erop dat ondernemers de hoge energierekeningen zelf ook zien. Daardoor kijken ze kritisch naar hoe ze energie kunnen besparen. De duurzamere keuze speelt daarin een steeds belangrijkere rol. "Voor de traditionele heaters zien we ook oplossingen als bewegingssensoren, timers of een dimmer. We zien verschillende gemeenten in het land die subsidie verlenen aan horecaondernemers om de duurzamere keuze van verwarmde kussentjes te stimuleren", aldus KHN.