Warenhuisketen Hudson's Bay verdwijnt mogelijk toch niet van de beurs in Toronto. Voorzitter Richard Baker overweegt het bod dat hij met een groep aandeelhouders heeft neergelegd, in te trekken. Een grote aandeelhouder van het Canadese bedrijf ligt dwars.
De groep rond Baker heeft eerder dit jaar een bod op tafel gelegd van 1,9 miljard Canadese dollar, omgerekend zo'n 1,3 miljard euro. Daarover zou eigenlijk deze week gestemd worden door alle aandeelhouders, maar de stemming is op last van beurswaakhond SEC uitgesteld na protest van Catalyst Capital Group. De investeerder wilde graag meer informatie over het bod van Baker.
Volgens een memo die aan adviseurs is gestuurd houdt Baker zijn opties nu tegen het licht. Ergens komende dagen wordt waarschijnlijk een knoop doorgehakt. De groep rond Baker is nu goed voor ongeveer 57 procent van de aandelen.
Hudson's Bay zit al langer in zwaar weer. Het bedrijf stootte het grootste deel van zijn Europese activiteiten al af, met uitzondering van die in Nederland. Hier wil Hudson's Bay eind dit jaar sluiten, maar een gerechtelijke uitspraak maakt dat onmogelijk. Hudson's Bay is volgens het gerechtshof in Amsterdam verplicht twee filialen, in Amsterdam en Breda, ook na 1 januari open te houden. Om dat laatste te voorkomen heeft de keten voor zijn Nederlandse activiteiten uitstel van betaling aangevraagd. Er is inmiddels surseance verleend.
Overigens kwam Catalyst eerder zelf ook al met een bod op Hudson's Bay. De investeerder was bereid 2 miljard Canadese dollar te betalen, maar Hudson's Bay wees dat laatste bod af. Volgens Baker en de zijnen zou Catalyst een roekeloos financieringsplan hebben waardoor Hudson's Bay alleen maar dieper in de schulden zou belanden.