Nederlandse huishoudens hebben in de eerste drie maanden van dit jaar minder gespaard dan een jaar eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In plaats daarvan gaven consumenten meer uit, onder meer door de gestegen prijzen. Maar ook de minder strenge coronaregels spelen een rol, want in het eerste kwartaal van dit jaar was er veel meer mogelijk dan een jaar terug toen onder meer de horeca dicht was.
Begin dit jaar zetten huishoudens 11 miljard euro opzij, een jaar eerder ging het nog om 19,7 miljard euro. Het CBS kijkt voor de zogeheten vrije besparingen van huishoudens naar het beschikbaar inkomen min de consumptieve bestedingen. Dat beschikbaar inkomen lag in de eerste drie maanden van dit jaar 7,1 miljard euro hoger dan begin 2021. Daar stond tegenover dat huishoudens 15,8 miljard euro meer uitgaven.
Die toename is ongeveer voor een derde te wijten aan de inflatie. Die dreef de bestedingen met 4,9 miljard euro op. Vooral energie en water kostten aanzienlijk meer, hoewel er qua hoeveelheid minder werd verbruikt. Aan horecadiensten werd het meeste extra uitgegeven. Uitgaven in onder meer cafés en restaurants stegen met 3,8 miljard euro.