De prijzen van bestaande koopwoningen zijn in april opnieuw sterker gestegen. Dat melden het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster. Ook wisselden die maand meer koopwoningen van eigenaar ten opzichte van een jaar eerder.
In vergelijking met april 2023 was een bestaande koopwoning vorige maand gemiddeld 7,5 procent duurder. Daardoor kwam de gemiddelde verkoopprijs uit op bijna 436.000 euro. In maart was die prijsstijging op jaarbasis nog 5,4 procent, waarmee een bestaande koopwoning voor gemiddeld iets meer dan 432.000 euro werd verkocht.
Uit cijfers van het Kadaster komt verder naar voren dat het aantal bestaande koopwoningen dat verkocht werd in april, met 22 procent op jaarbasis sterker toenam. In totaal wisselden 15.689 van deze woningen van eigenaar. Over de eerste vier maanden van 2024 werden ruim 60.000 woningen verkocht, 13 procent meer dan in dezelfde periode een jaar eerder.
ABN AMRO meldde eerder nog te verwachten dat de huizenprijzen dit jaar met 6 procent zullen stijgen en volgend jaar met 5 procent. Daarmee gaan de prijzen weer richting het recordniveau in de zomer van 2022. Eerder ging ABN AMRO nog uit van een stijging van 4 procent dit jaar en 3,5 procent volgend jaar. De bank schrijft die sterkere stijging toe aan de hogere lonen en dalende hypotheekrentes. Onder meer daardoor kunnen potentiële huizenkopers meer geld lenen voor de aankoop van hun huis.
De stijgende huizenprijzen kunnen wel leiden tot meer doorstroom op de woningmarkt. Die geven eigenaren namelijk het vertrouwen dat zij hun woning voor een hogere prijs kunnen verkopen. Zij moeten dan echter wel zelf kunnen doorstromen. Makelaarsvereniging NVM waarschuwde vorige maand nog dat de doorstroom beperkt was door het kleine woningaanbod. Volgens de NVM stonden in het eerste kwartaal van dit jaar 15 procent minder huizen te koop dan in het jaar daarvoor.