De Huurcommissie ontving vorig jaar veel meer klachten over de servicekosten die huurders bovenop hun kale huur moesten betalen. Dat blijkt uit het jaarrapport over 2023 dat de geschillenbeslechter woensdag heeft gepresenteerd. De huurders kregen in de meeste gevallen gelijk van de Huurcommissie. Daardoor daalden hun servicekosten gemiddeld met 660 euro per jaar.
Vorig jaar kwamen ruim 3800 zaken over servicekosten bij de Huurcommissie binnen. In 2022 waren dat er nog geen 2400. De instantie behandelde bijna 2900 van deze zaken af. Woningcorporaties kregen in 42 procent van deze zaken gelijk, private verhuurders slechts in 10 procent van de gevallen.
"In de zaken die tot een uitspraak leidden, kregen de huurders vrijwel altijd gelijk omdat de afrekening van de servicekosten ontbrak of de afgerekende servicekosten hoger waren dan die redelijkerwijs hadden mogen zijn", meldt de Huurcommissie. Het ging dan bijvoorbeeld om de kosten voor schoonmaak of de inzet van een huismeester. Ook werden in sommige gevallen de kosten doorberekend voor een fitnessruimte of bioscoopzaal die in een wooncomplex aanwezig was. Ook die kosten mogen niet onder de servicekosten vallen.
Tijdens de behandeling van de servicekostenzaken constateerde de Huurcommissie verder dat met name private verhuurders hun administratie niet goed op orde hadden. Zo leverden zij stukken voor de procedure niet altijd juist of tijdig aan, waardoor de behandeling van deze zaken vaak veel tijd in beslag nam. Bij relatief veel van de afgehandelde servicekostenzaken waren ongeveer twintig wooncomplexen betrokken.
De Huurcommissie deed vorig jaar in totaal ruim 13.000 uitspraken. Dat waren er 900 meer dan in 2022. Over al die zaken kregen huurders en verhuurders ongeveer even vaak gelijk.