De resultaten van luchtvaartmaatschappijen kunnen de komende tijd verder onder druk komen te staan omdat het doorberekenen van hogere brandstofkosten niet altijd even makkelijk is. Daarvoor waarschuwt de internationale luchtvaartbranchevereniging IATA. Sinds de coronapandemie waren de winstmarges nog niet hersteld en de oorlog in Oekraïne, die onder meer zorgt voor hogere brandstofprijzen, is een volgende klap die luchtvaartmaatschappijen te verduren krijgen.
De routes en regio's waarop maatschappijen vliegen kunnen ook extra nadelen opleveren. Vanwege het conflict is het luchtruim boven Rusland gesloten, waardoor vliegtuigen tussen bijvoorbeeld Europa en Azië om moeten vliegen en zo meer brandstof verbruiken. De IATA is bang dat de resultaten van maatschappijen hierdoor extra onder druk komen te staan.
Hoe groot de impact van de oorlog en hogere brandstofprijzen precies wordt voor de luchtvaart, is volgens IATA afhankelijk van de politieke maatregelen die worden genomen en sancties die worden ingesteld vanwege de oorlog in Oekraïne. Wat ook een rol speelt is de mate waarin luchtvaartmaatschappijen zich hebben ingedekt met leveringscontracten die tegen hogere brandstofprijzen beschermen. Dit hebben niet alle maatschappijen in dezelfde mate gedaan. Brandstof is gemiddeld goed voor ongeveer een kwart van de kosten van luchtvaartmaatschappijen, heeft de IATA becijferd.
Omdat de olieprijzen door de oorlog flink zijn gestegen hebben sommige luchtvaartmaatschappijen hun ticketprijzen wel wat opgeschroefd. KLM koos er eerder deze maand bijvoorbeeld voor om mensen meer te laten betalen voor langeafstandsvluchten. De prijsverhoging gold enkel voor nieuwe boekingen.