De CO2-uitstoot stijgt de komende jaren weer en bereikt in 2023 naar verwachting een recordhoogte, nadat door de wereldwijde uitbraak van het coronavirus en lockdowns de uitstoot van koolstofdioxide vorig jaar tijdelijk lager uitkwam. Dat voorspelt het Internationaal Energie Agentschap (IEA), dat de schuld legt bij de coronaherstelplannen van de rijke landen. Van de voornemens om het herstel van de coronacrisis te gebruiken om aan een schonere toekomst te werken komt volgens de denktank maar weinig terecht.
Landen uit de Europese Unie, de Verenigde Staten, Japan en Zuid-Korea investeren volgens het agentschap wel in hernieuwbare energie en maken vorderingen, maar het is niet genoeg. IEA vindt dat de ontwikkelde economieën de minder rijke landen moeten helpen met investeren in schone energie.
IEA stelde eerder samen met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een plan op om de investeringen in hernieuwbare energie tijdens het herstel van de coronacrisis in goede banen te leiden. Volgens het agentschap zouden overheden wereldwijd zo'n 1000 miljard dollar moeten spenderen aan schone energie. Dit blijft vooralsnog steken op 350 miljard dollar. Rijke landen scoren met 60 procent van het streefbedrag nog relatief goed, minder ontwikkelde landen blijven steken op 20 procent. De denktank wijst op het feit dat bij landen als India, Indonesië en landen in Latijns Amerika de middelen vaak ontbreken om te kiezen voor duurzame energie.
De CO2-uitstoot moet volgens wetenschappers in aanloop naar 2030 halveren ten opzichte van 1990 om de in Parijs afgesproken maximale temperatuurstijging van 1,5 graad te behalen. Uiteindelijk moet de uitstoot in 2050 nul zijn. "Met de huidige investeringen zijn we daar ver van verwijderd. Het is niet eens genoeg om een nieuw record aan CO2-uitstoot te voorkomen", zegt Birol.