Industrie drukt Dow omlaag

12 mrt 2018, 21:24 Zakelijk
industrie drukt dow omlaag
ANP
De aandelenbeurzen in New York zijn maandag met een wisselend beeld de dag uitgegaan. Met name grote industriële fondsen stonden onder druk door vrees voor de gevolgen van de vorige week opgelegde Amerikaanse importtarieven voor staal. Beleggers moesten het verder doen zonder groot richtinggevend nieuws en kauwden nog wat na op het beter dan verwachte banenrapport van de Amerikaanse overheid van vrijdag.
De Dow-Jonesindex sloot 0,6 procent lager op 25.178,61 punten. De brede S&P 500 verloor 0,1 procent tot 2783,02 punten. De technologiebeurs Nasdaq ging 0,4 procent vooruit tot 7588,32 punten.
De beurszwaargewichten Boeing, United Technologies en Caterpillar verloren tot 2,9 procent. De industriebedrijven exporteren veel en investeerders vrezen dat de Amerikaanse importtarieven leiden tot een handelsoorlog. Chipreus Intel verloor 1,3 procent. Het bedrijf werd vrijdag in berichten gelinkt aan een overname van Broadcom, dat zelf vooralsnog vruchteloze pogingen onderneemt branchegenoot Qualcomm in te lijven.
Broadcom-topman Hock Tan reisde maandag naar Washington om bezwaren van toezichthouders tegen die deal weg te nemen. Verder meldde het bedrijf vorderingen in zijn plannen terug te verhuizen naar de Verenigde Staten. Het van oorsprong Amerikaanse bedrijf is nu formeel in Singapore gevestigd. Het bedrijf werd 3,6 procent meer waard.
Chemiereus DowDuPont verloor 1,2 procent. Voorzitter Andrew Liveris legt zijn functie neer en wordt per 1 april opgevolgd door Jeff Fettig. DowDuPont ontstond in augustus vorig jaar door het samengaan van de grote Amerikaanse chemieconcerns Dow Chemical en DuPont.
Biogen daalde 2,2 procent. De biotechnoloog legt 590 miljoen dollar op tafel voor een experimenteel middel tegen schizofrenie dat is ontwikkeld door farmaceut Pfizer (min 0,4 procent). Het middel wordt nog getest.
De grote bank Goldman Sachs liet weten dat mede-operationeel topman en voorzitter Harvey Schwartz met pensioen gaat. Het aandeel steeg daarop 1 procent.
De euro was 1,2341 dollar waard, tegen 1,2317 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 1,1 procent tot 61,36 dollar en Brentolie werd 0,8 procent goedkoper op 65,00 dollar per vat.