De industrie in Spanje en Italië is langzaam aan het herstellen van de zware klappen door de coronacrisis, nu de lockdownmaatregelen geleidelijk worden versoepeld. Volgens de Britse marktonderzoeker Markit was de krimp van de industriële bedrijvigheid in de Zuid-Europese landen vorige maand minder sterk dan eerst.
De inkoopmanagersindex voor de industrie in Spanje kwam voor mei uit op een stand van 38,3 tegen 30,8 in april. Een niveau van 50 of meer wijst op groei, daaronder op krimp. Economen hadden in doorsnee een niveau van 37,8 voorspeld.
Voor Italië werd een stand opgetekend van 45,4 tegen 31,1 in april. Dat is duidelijk beter dan verwacht, want hier werd gemiddeld een stand van 36,8 voorzien. Voor Griekenland kwam de graadmeter uit op 41,1 tegen 29,5 in de voorgaande maand.
Veel bedrijven in Zuid-Europa openen weer de deuren nu de strenge quarantainemaatregelen worden versoepeld. Wel is de schade voor de economie door de coronacrisis groot. Zo maakte het Japanse autoconcern Nissan Motor vorige week nog bekend zijn fabriek bij Barcelona te gaan sluiten, met het verlies van circa 3000 banen tot gevolg.
Markit kwam ook met definitieve cijfers over de industriële bedrijvigheid in Frankrijk, Duitsland en de gehele eurozone. Zoals eerder al was gemeld was hier eveneens voorzichtig herstel te zien van de forse krimp eerder. De index voor Frankrijk kwam uit op 40,6 en die voor Duitsland op 36,6. De graadmeter voor de industrie in de eurozone ging van 33,4 naar 39,4.
In een commentaar op de cijfers schrijft Markit dat voor het tweede kwartaal nog steeds rekening moet worden gehouden met forse economische krimp in Europa, maar dat er hoop is dat er in het derde kwartaal weer groei kan komen.