De prijzen in de eurozone zijn in mei in doorsnee met 8,1 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Daarmee werd een nieuw record aangetikt, aldus een voorlopige raming van het Europese statistiekbureau Eurostat. In april bedroeg de inflatie nog 7,4 procent.
De inflatie wordt vooral gestuwd door de hoge prijzen voor energie en levensmiddelen, aldus Eurostat. Door de oorlog in Oekraïne zijn die prijzen hard opgelopen. Maar ook andere goederen en diensten werden duurder. Op maandbasis gingen de consumentenprijzen in het eurogebied met 0,8 procent omhoog.
In de negentien eurolanden werd volgens de geharmoniseerde Europese meetmethode van Eurostat de hoogste inflatie gemeten in Estland (20,1 procent), gevolgd door Litouwen en Letland. In Malta lag die het laagst met 5,6 procent op jaarbasis.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kwam eerder op de dag al met cijfers over de Nederlandse inflatie. Die was 10,2 procent in mei, tegen 11,2 procent een maand eerder.
De almaar verder oplopende inflatie vergroot de druk op de Europese Centrale Bank (ECB) om de rente te verhogen. Mogelijk gaat de ECB in juli de rente met 0,5 procentpunt verhogen. Dat zou de eerste renteverhoging door de centrale bank zijn in meer dan tien jaar.