Het dagelijks leven is in februari 2,8 procent duurder geworden in vergelijking met dezelfde maand vorig jaar, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bij een eerste raming. De raming is volgens het CBS berekend op basis van nog onvolledige brongegevens. In januari liep de inflatie nog op tot 3,2 procent.
De toename in januari kwam vooral doordat de invloed van de prijsontwikkeling van energie op de inflatie afnam. In de eerste maand van het jaar was namelijk sprake van een veel minder scherpe daling van de energieprijzen dan in december. Zo werden energie en brandstoffen in de laatste maand van 2023 samen gemiddeld bijna een kwart goedkoper dan een jaar eerder. In januari werden energie en brandstoffen slechts 2,5 procent goedkoper. In februari werden energie en brandstoffen juist 1,1 procent duurder.
De prijzen van voedingsmiddelen, dranken en tabak gingen in februari met 2,7 procent omhoog. In januari was deze stijging nog ruim 4 procent. Diensten waren 4,5 procent duurder dan een jaar eerder. In januari waren diensten 4,8 procent duurder.
Volgens de Europese meetmethode, die net iets anders is dan die van het CBS, stegen de prijzen in februari met 2,7 procent op jaarbasis. In januari was dat 3,1 procent. Bij de binnen de Europese Unie afgesproken methode om de inflatie te meten, wordt geen rekening gehouden met de kosten voor het wonen in een eigen woning. Later op de dag wordt het inflatiecijfer voor de hele eurozone bekendgemaakt.