Het dagelijks leven is in september in doorsnee 17,1 procent duurder geworden. Niet eerder liep de inflatie zo hard op. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een eerste raming, op basis van de geharmoniseerde Europese meetmethode. Een maand eerder liepen de prijzen op jaarbasis gemiddeld nog met 13,7 procent op.
De inflatie is al tijden erg hoog doordat de prijzen voor gas en elektriciteit sterk zijn gestegen. Maar die hogere kosten voor energie werken ook steeds harder door in de voedselprijzen.
Het cijfer volgens de geharmoniseerde, Europese methode valt altijd hoger uit dan de eigen methode van het CBS. Dat cijfer verschijnt pas volgende week. Daarin worden onder andere de kosten voor wonen bijgehouden, zoals de huurprijzen. De Europese methode laat die buiten beschouwing. De Europese methode is bedacht om de inflatie van verschillende landen makkelijker met elkaar te kunnen vergelijken.
De prijzen van energie worden door het CBS berekend op basis van nieuwe contracten. Dat betekent dat de werkelijke inflatie mogelijk lager ligt omdat lang niet alle huishoudens in september een nieuw energiecontract af hoefden te sluiten. Het statistiekbureau werkt aan een nieuwe methode voor het meten en berekenen van energieprijzen. Daarin moeten de ontwikkelingen van de energieprijzen verfijnder in kaart worden gebracht.