Nederlandse huishoudens zullen de opgepotte spaartegoeden van tijdens de coronacrisis niet zonder meer gaan uitgeven. Volgens economen van ING zal naar schatting een kwart van het gespaarde geld weer worden uitgegeven. Nederlanders zetten tijdens de coronacrisis 22 miljard euro meer opzij dan ze normaal zouden hebben gedaan.
Volgens ING is er in de zestien maanden van maart 2020 tot en met juni 2021 naar schatting 57 miljard euro gespaard. Ook zonder pandemie zouden de spaartegoeden zijn toegenomen, maar zeker niet in deze mate aldus de kenners. Dat er meer geld werd gespaard, kwam vooral doordat er minder mogelijkheden waren om geld uit te geven, door bijvoorbeeld sluitingen van restaurants. Ook werd er minder gereisd.
ING merkt op dat de corona-euro's ongelijk zijn verdeeld over huishoudens. Mensen die al een aardig spaarcentje hadden voorafgaand aan de crisis, schreven het meeste geld bij. Circa 71 procent van de toename van het spaargeld vond plaats bij de rijkste 50 procent van de huishoudens. Dat beeld kwam eerder ook naar voren uit een enquête van De Nederlandsche Bank. De noodzaak om urgente uitgaven te doen is volgens studies groter bij gezinnen met een lager inkomen, aldus ING. Daarnaast zijn hogeropgeleide mensen meer geneigd geld te sparen dan mensen met een lagere opleiding.
Verder stelt ING dat uitgaven aan restaurants, recreatie of cultuur minder snel in te halen zijn. "Zo gaat iemand die een jaar lang niet naar een restaurant is geweest, na een dergelijk lockdownperiode niet ineens elke dag uit eten" , aldus de economen. "Het relatief hoge aandeel belevingsdiensten in het bestedingspatroon van de huishoudens die het meeste coronageld hebben, zorgt er naar verwachting voor dat een kleiner deel van de extra banktegoeden wordt uitgegeven dan gemiddeld." Verder zijn Nederlanders in doorsnee minder geneigd grotere meevallers snel uit te geven.