Economen van ING rekenen op een nog sterkere daling van de huizenprijzen dan eerder gemeld. De bank verwacht nu dat woningen gemiddeld voor een 6 procent lagere prijs van eigenaar wisselen dan een jaar eerder. In december voorspelde ING nog een daling van 2,5 procent.
De daling zal doorzetten tot het midden van 2024, zo is de verwachting bij ING. Op dat moment liggen de gemiddelde prijzen een tiende lager dan de piek van de huizenprijzen in de zomer van 2022. Eenmaal op het laagste punt beland, liggen de huizenprijzen volgens ING op hetzelfde niveau als in de herfst van 2021.
De huizenmarkt koelt al langer af en in de tweede helft van het jaar daalden de prijzen ieder maand zelfs in vergelijking met de voorgaande maand. Alleen in januari was er een lichte stijging, maar dat lijkt volgens ING vooral een tijdelijke pas op de plaats.
De belangrijkste oorzaak van de daling dit jaar is de sterke stijging van de hypotheekrente. Mede door het ingrijpen van centrale banken tegen de torenhoge inflatie stegen de aangeboden hypotheekrentes volgens ING gemiddeld 3 procentpunt in 2022. Dat is fors als je bedenkt dat voor veel hypotheken in 2021 rentes van slechts 1 tot 2 procent werden gevraagd.
Die hogere leenkosten raken volgens de bank vooral starters. Mensen die al een huis bezitten kunnen namelijk vaak een regeling afsluiten waarbij ze de rente-afspraken van hun oude hypotheek meenemen.
Maar volgens economen van ING maken starters door andere ontwikkelingen op de woningmarkt weer wat meer kans op een eigen huis. Zo maakt de verdere regulering van de huursector beleggen in woningen minder aantrekkelijk, waardoor starters minder concurrentie van beleggers te duchten hebben bij de jacht op een huis. Daarnaast blijven de inkomens van veel mensen stijgen, wat weer gunstig kan uitpakken voor het maximale bedrag dat ze kunnen lenen.