De omzetgroei in de Nederlandse detailhandel zal in 2023 terugvallen tot ongeveer 2,5 procent. Dat is fors lager dan de verwachte groei van 7,5 procent in 2022. Dat melden de sectorkenners van ING Research in het nieuwe vooruitzicht voor de detailhandel.
De omzetgroei is volgens ING uitsluitend te danken aan prijsstijgingen. Deze zullen volgend jaar wel minder groot zijn dan dit jaar. De aanhoudende druk op de consumentenbestedingen door de hoge inflatie leidt daarbij volgend jaar tot een verdere volumekrimp van 1 procent.
In de voedingssector is de volumekrimp naar verwachting lager dan in het non-foodsegment. Hogere prijzen zorgen in beide segmenten wel voor omzetgroei. Door de aanhoudend hoge kosten voor energie-, inkoop-, transport en personeel staat de winstgevendheid van de detailhandel daarmee echter wel onder druk, waarschuwt ING.
Pindata van de bank laten zien dat de betalingen gemeten in euro's sinds juni een stapje terug hebben gedaan. De waarde van de transacties was in het derde kwartaal 1,5 procent lager dan in het tweede kwartaal. Dankzij doorgevoerde prijsverhogingen is een verdere daling echter voorkomen.
Positieve signalen uit de markt over de verkopen rond Black Friday stemmen volgens ING hoopvol. De sectoreconomen merken wel op dat die ook het gevolg kunnen zijn van naar voren gehaalde aankopen voor Sinterklaas en Kerstmis. Ook de aan vele huishoudens uitgekeerde 190 euro energiecompensatie zou daarbij een rol kunnen spelen. ING denkt wel dat de omzetkrimp van ongeveer 5 procent in het onlinesegment in 2022 volgend jaar zal omslaan in een groei van 5 tot 10 procent, deels dankzij de inflatie.
De bank verwacht dat de steeds hogere energierekeningen de koopbereidheid van consumenten ook begin 2023 zullen temperen, ondanks het energieprijsplafond. Ook wijzen de sectoreconomen erop dat hoewel het aantal faillissementen nog altijd lager is dan voor de coronacrisis, het aantal faillissementen nu wel oploopt. ING waarschuwt dan ook dat de levensvatbaarheid van een toenemend aantal winkels onder druk zal komen te staan door de getemperde consumentenbestedingen, kostenstijgingen en de terugbetalingsverplichtingen van de steun tijdens de coronapandemie.