Nederlandse consumenten houden de hand dit jaar op de knip vanwege de gestegen inflatie en een laag consumentenvertrouwen. ING verwacht dat de winkelverkoop in de detailhandel voor dit jaar daardoor met 2 procent daalt. Het zou voor het eerst in tien jaar tijd zijn dat de sector te maken krijgt met krimp.
De omzet in de detailhandel zal nog wel groeien met zo’n 5 procent, maar dat schrijven onderzoekers van ING vrijwel volledig toe aan de fors hogere prijzen in de winkels. Zo constateren zij dat de prijzen van voedingsmiddelen in de eerste zeven maanden van dit jaar met gemiddeld 16 procent toenamen. Ook kleding werd fors duurder, gemiddeld 11 procent, evenals verzorgingsproducten als parfum en shampoo (plus 9 procent).
De hoge inflatie heeft geleid tot een "historisch laag consumentenvertrouwen", merkt ING op. Vooral in de winkelstraat geven Nederlanders minder geld uit, en dan met name aan "niet-noodzakelijke producten", zoals meubels en elektronica. Volgens ING, dat zich daarbij baseert op pintransactiedata, liep de omzet in de winkels die deze producten verkopen in het tweede kwartaal van dit jaar terug.
De winkelstraat is sowieso aan het veranderen. Zo is het aantal fysieke winkels de afgelopen vijf jaar met 6 procent gedaald. Vooral het aantal winkels dat geen voedsel verkoopt, de non-foodwinkels, neemt af. Bijvoorbeeld speelgoedwinkels en schoenenwinkels: daar zijn respectievelijk 29 procent en een kwart minder van in vergelijking met 2018. Tegelijkertijd nam het aantal voedingswinkels toe, evenals het aantal supermarkten.
Winkeliers hebben het daardoor moeilijk, niet in de laatste plaats omdat ze te maken hebben gekregen met stijgende huren en hogere energie-, inkoop- en personeelskosten. Daar komt bij dat veel ondernemers de belastingschuld terugbetalen die ze tijdens de coronacrisis hebben opgebouwd. ING verwacht dan ook dat meer bedrijven zullen omvallen dan vorig jaar.