Ruim 40 procent van de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf maakt zich zorgen over het hoge verzuim binnen hun organisatie, meldt verzekeringsconcern Interpolis op basis van onderzoek. Bij een op de vijf mkb’ers is het aantal verzuimmeldingen toegenomen.
Het gaat om kortdurend verzuim, zoals besmettingen met het griepvirus of het coronavirus, maar ook met langdurig verzuim, zoals burn-outs. "Met name het langdurig verzuim lijkt een sudderend probleem waar we met elkaar geen oplossing voor weten te vinden. Daar komt bij dat het tekort aan personeel de werkdruk bij de huidige werknemers binnen veel organisaties opvoert", zegt René Voets, directeur Bedrijven bij Interpolis.
"De piek van het aantal verzuimmeldingen na het carnavalsweekend en na wintersport kan tijdelijk lijken, maar de continu hoge aantallen van verzuim baart veel mkb’ers grote zorgen", vervolgt Voets.
Hoewel Interpolis de voordelen van thuiswerken inziet, is een nadeel ervan volgens de verzekeraar dat mensen langer doorwerken terwijl ze ziek zijn. "Dit kan ervoor zorgen dat kleine ziekteklachten uit kunnen groeien tot langdurende klachten, waardoor er langdurend verzuim ontstaat."
Interpolis adviseert ondernemers onder meer om goede afspraken te maken over de werksituatie zodat werknemers op de langere termijn meer tevreden zijn over hun werk. "Dat zorgt ervoor dat een mkb’er minder te maken heeft met een personeelstekort en dit zorgt er weer voor dat de werkdruk niet te hoog oploopt waardoor langdurend verzuim op de loer ligt", stelt de verzekeraar vast.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde eerder deze maand al dat het ziekteverzuim afgelopen kwartaal in de buurt kwam van het oude record uit het jaar 2000. Vooral in de gezondheidszorg is het verzuim hoog. Arbeidsmarktdeskundigen zien het ziekteverzuim niet afnemen zolang de personeelstekorten en de werkdruk hoog blijven. Door een gebrek aan personeel in onder meer de zorg moeten werknemers hetzelfde blijven doen met minder mensen, waardoor de kans op bijvoorbeeld een burn-out toeneemt.