De Israëlische ambassadeur in de Verenigde Staten, Gilad Erdan, heeft hard uitgehaald naar ijsmerk Ben & Jerry's. Daarbij richtte hij zich in het bijzonder op de twee oprichters van Ben & Jerry's, die onlangs de beslissing van het Unilever-merk hebben verdedigd om geen ijs meer te gaan verkopen in Israëlische nederzettingen in Palestijns gebied.
Erdan beschuldigde deze Ben Cohen en Jerry Greenfield van het "helpen van de antisemieten". Ook zei hij dat de "onwetendheid en hypocrisie" jegens Israël in het recent op HBO uitgezonden interview met de twee oprichters "een schande" is. "Ben en Jerry hebben er geen probleem mee dat hun ijs wordt verkocht aan aanhangers van terrorisme, en toch boycotten ze Israël."
Het merk liet in juli weten dat het van plan was te stoppen met de verkoop van zijn ijs in de nederzettingen. Ben & Jerry's zei toen dat het niet in lijn was met de eigen waarden om zijn waren daar te slijten. Kort daarna waarschuwde de Israëlische premier Naftali Bennett al dat de boycotplannen van de onderneming "ernstige gevolgen" zouden hebben. Het is niet duidelijk wat voor consequenties Israël precies wil verbinden aan een boycot.
De twee oprichters, die bij HBO opmerkten dat ze zelf Joods zijn, hebben aangegeven dat het absurd is om hen van antisemitisme te beschuldigen. Ze zouden ook helemaal niet tegen het bestaansrecht van de staat Israël zijn. "We wilden alleen niet dat ons ijs in de bezette gebieden wordt verkocht." Cohen en Greenfield zijn zelf niet meer bij de dagelijkse gang van zaken bij Ben & Jerry's betrokken. Ze verkochten het merk meer dan twintig jaar geleden aan Unilever. Binnen het was- en levensmiddelenconcern heeft Ben & Jerry's wel een vergaande autonomie. Ook heeft het merk al langer een activistisch imago.