Het Italiaanse kabinet heeft een begrotingsvoorstel goedgekeurd waarin nieuwe maatregelen staan die in totaal 35 miljard euro gaan kosten. Het grootste deel gaat op aan ingrepen die de pijn van de hoge energiekosten moeten verzachten voor huishoudens en bedrijven. De uiterst rechtse coalitie onder leiding van premier Giorgia Meloni noemt de begroting ""prudent en realistisch" en verwacht dat de overheidsuitgaven houdbaar blijven.
In totaal 21 miljard euro gaat naar compensatiemaatregelen voor de energiecrisis. De hogere uitgaven bekostigt Italië door het begrotingstekort volgend jaar op te laten lopen tot 4,5 procent van het bruto binnenlands product. Dat tekort daalt in 2024 tot 3,7 procent en 3 procent in 2025. Ook een speciale belasting voor energiebedrijven die torenhoge winsten behalen moet voor extra inkomsten zorgen.
Door de hogere uitgaven aan compensatie voor de energiecrisis houdt de regering-Meloni minder ruimte over voor electoraal gunstige maatregelen, zoals forse belastingverlagingen. De uitbreiding van een gunstig belastingtarief voor zelfstandigen wordt bijvoorbeeld beperkt tot een inkomen van maximaal 85.000 euro, veel minder dan eerder verwacht.
Ook bouwt de regering de Italiaanse variant van een basisinkomen, het zogeheten burgerinkomen, af. Werklozen die kunnen werken krijgen die uitkering, die de populistische Vijfsterrenbeweging in 2019 invoerde, tot maximaal acht maanden na het verlies van hun baan. Ook verliezen ze het recht op de bijdrage als ze een geschikte baan aangeboden krijgen maar die afwijzen.
De rechts-populistische Lega, die samen met Meloni's partij Fratelli d'Italia en de rechtse partij Forza Italia een coalitie vormt, had juist opgeroepen tot forsere overheidsuitgaven. Maar Meloni wil het voorzichtigere begrotingsbeleid van haar voorganger Mario Draghi voortzetten, om onrust op de financiële markten en Europees politiek niveau te voorkomen.
In 2018 zorgde het toenmalige populistische kabinet van Lega en de Vijfsterrenbeweging nog voor commotie, omdat Italië onder die twee partijen het begrotingstekort zou laten oplopen. Het Zuid-Europese land heeft op Griekenland na de hoogste staatsschuld van de eurozone en werd er door Brussel op gewezen dat die schulden juist omlaag moesten.