Japan legt de export van technologie voor de productie van chips verder aan banden. Zo'n tien bedrijven uit het Aziatische land hebben voortaan een vergunning nodig om hun meest geavanceerde producten te exporteren. De beslissing volgt op druk van de Verenigde Staten om de modernste halfgeleidertechnologie niet langer aan China te verkopen, maar minister van Handel Yasutoshi Nishimura ontkende dat de beslissing in samenspraak met de Amerikanen is genomen.
Een van de bedrijven die onder de beperkingen vallen, is Tokyo Electron. Dat is een belangrijke leverancier van apparatuur voor het maken van halfgeleiders.
Eerder dit jaar besloot de Nederlandse regering exportbeperkingen voor chipmachinemaker ASML uit te breiden. Dat Veldhovense bedrijf, wereldwijd de belangrijkste fabrikant van machines voor chipproductie, mag bepaalde versies van zijn op één na nieuwste generatie apparaten niet meer aan China verkopen. Voor de nieuwste generatie machines had ASML al jaren geen toestemming voor de export naar China.
Japan verklaarde dat de nieuwe exportbeperkingen voor alle markten gelden, dus niet alleen voor China. "We onderzoeken of er enig risico op militaire toepassingen bestaat", zei Nishimura tijdens een persbijeenkomst. Toch zijn er uitzonderingen. Zo hebben Taiwan en Singapore een bevoordeelde handelsstatus en kunnen zij zonder enige barrières geavanceerde chiptechnologie blijven importeren uit Japan.
De VS proberen met hulp van Japan en Nederland de toevoer van hoogwaardige chiptechnologie naar China af te knijpen. De Amerikanen vrezen dat de Aziatische grootmacht te veel vorderingen maakt met de ontwikkeling van quantumcomputers, kunstmatige intelligentie of draadloze netwerken. Die zouden namelijk ook ingezet kunnen worden voor militaire doeleinden, betoogt de regering van president Joe Biden.
Beijing noemt die zorgen over de nationale en internationale veiligheid ongegrond. De exportbeperkingen kunnen bovendien mondiale toeleveringsketens verstoren, waarschuwde China.