De Japanse aandelenbeurs is woensdag opnieuw met een klein verlies geëindigd. Het was de derde verliesbeurt op rij in het nieuwe jaar. Beleggers bleven voorzichtig in afwachting van strengere coronamaatregelen. De Japanse overheid zal naar verwachting donderdag de noodtoestand uitroepen in Tokio en omgeving. Ook werd gewacht op de uitslag van de tweede ronde van de Senaatsverkiezingen in de Amerikaanse staat Georgia.
De Nikkei in Tokio sloot 0,4 procent lager op 27.055,94 punten. Op macro-economisch vlak bleek uit definitieve cijfers van de Jibun Bank dat de bedrijvigheid in de Japanse dienstensector in december voor de elfde maand op rij is gekrompen. De krimp viel wel iets minder sterk uit dan eerder gemeld. Vooral het toerisme in Japan heeft te lijden onder de nieuwe golf van coronabesmettingen.
Het Japanse oliebedrijf Inpex behoorde tot de sterkste stijgers. Ook andere olieproducenten in de Aziatische regio lieten stevige winsten zien dankzij de sterke stijging van de olieprijzen. De olieprijzen zaten in de lift door het besluit van Saudi-Arabië om zijn eigen olieproductie op vrijwillige basis in februari en maart met 1 miljoen vaten per dag te verlagen om zo de oliemarkt te stutten tegen de coronacrisis.
De hoofdindex in Shanghai noteerde tussentijds 0,3 procent hoger. De activiteit in de Chinese dienstensector is volgens marktonderzoekers Caixin en Markit in december in een trager tempo toegenomen ten opzichte van november. De Kospi in Seoul won 0,2 procent en de Australische All Ordinaries in Sydney zakte 1,1 procent.
De Hang Seng-index in Hongkong daalde 0,1 procent. De Chinese techbedrijven Tencent en Alibaba wonnen terrein ondanks dat de Amerikaanse president Donald Trump een decreet heeft ondertekend om de transacties van acht Chinese apps, waaronder WeChat Pay van Tencent en Alipay van Alibaba's dochterbedrijf Ant Group, te verbieden. De order gaat pas in na het vertrek van Trump uit het Witte Huis.