Medisch bedrijf Johnson & Johnson (J&J) moet aan een groep vrouwen 2,1 miljard dollar betalen omdat babypoeder van het Amerikaanse concern kankerverwekkend zou zijn. Dit heeft het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten bepaald nadat een lagere rechter eerder al tot de conclusie kwam dat het bedrijf met compensatie moest komen.
Het gaat om zo'n twintig vrouwen bij het wie het poeder eierstokkanker zou hebben veroorzaakt omdat er asbest in zat. Het bedrag dat J&J moest betalen bedroeg oorspronkelijk meer dan 4 miljard dollar. Maar een andere rechter zorgde er vorig jaar voor dat de hoogte van de schadevergoeding flink omlaag werd gebracht. Mogelijk moet J&J later meer compensatie uitkeren om de kwestie. Er lopen nog duizenden rechtszaken van mensen met klachten over het babypoeder.
J&J, dat nu vooral in het nieuws is wegens het coronavaccin van dochteronderneming Janssen, is in de VS en Canada inmiddels gestopt met de verkoop van het poeder dat is gemaakt van talk. De onderneming stelde dat het om een commerciële beslissing ging om in Noord-Amerika alleen nog babypoeder op basis van maïszetmeel te verkopen.
Door de controverse rond talkpoeder was de gehele verkoop van babypoeder flink ingezakt. Zo'n driekwart van het babypoeder dat J&J verkocht in de VS en Canada was al gemaakt van maïszetmeel. Buiten Noord-Amerika is die verhouding omgedraaid. Daar bleef talkpoeder dan ook gewoon in de schappen.