JPMorgan en Citigroup stijgen op Wall Street na openen boeken

12 jan , 16:11 Zakelijk
jpmorgan en citigroup stijgen op wall street na openen boeken
JPMorgan Chase en Citigroup behoorden vrijdag tot de winnaars op de aandelenbeurzen in New York. Beleggers verwerken de resultaten van de grote banken, die daarmee officieus het cijferseizoen op Wall Street openden. In het geval van Citigroup reageert de markt ook op een grote baneningreep.
JPMorgan, de grootste Amerikaanse bank, zag de winst in het vierde kwartaal dalen. Dat kwam echter doordat de bank bijna 3 miljard dollar moest storten in een noodfonds voor noodlijdende banken. Dat fonds was opgebruikt door het omvallen van de kleinere banken Silicon Valley Bank en Signature Bank begin vorig jaar. JPMorgan zag daarentegen de omzet sterker dan verwacht toenemen met 12 procent. Het aandeel won ruim 1 procent.
Branchegenoot Citigroup kondigde bij de presentatie van de jaarcijfers aan komende jaren 20.000 banen te gaan schrappen. Dat moet miljarden aan kosten schelen en zo hoopt de bank zijn rendement te verbeteren. Beleggers reageerden positief en zetten het aandeel bijna 2 procent hoger, ondanks dat de resultaten in de voorgaande periode niet heel goed waren.
Ook andere grote banken kwamen met cijfers. Die werden minder goed ontvangen. Zo daalde Bank of America 1 procent na tegenvallende resultaten. De bank zag de kwartaalwinst ruimschoots halveren. De netto rente-inkomsten daalden met 5 procent doordat de bank meer geld kwijt was aan spaarders vanwege de hogere rentes op spaarrekeningen. Branchegenoot Wells Fargo boekte wel meer winst in het afgelopen kwartaal dankzij kostenbesparingen. De bank waarschuwde echter voor lagere rente-inkomsten in 2024. Het aandeel verloor bijna 2 procent.
Beleggers hielden daarnaast de ontwikkelingen in het Midden-Oosten in de gaten. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben in de nacht van donderdag op vrijdag luchtaanvallen uitgevoerd op doelen van de Houthi's in Jemen. De vrees voor een verdere escalatie van de onrust in het Midden-Oosten stuwde de olieprijzen. Een vat Amerikaanse olie kostte 3 procent meer op 74,18 dollar. Brentolie werd ook bijna 3 procent duurder, op 79,65 dollar per vat.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang van de handel 0,1 procent lager op 37.660 punten. De brede S&P 500-index won 0,2 procent tot 4790 punten en techgraadmeter Nasdaq steeg 0,3 procent tot 15.017 punten.
Delta Air Lines zakte verder bijna 7 procent. De luchtvaartmaatschappij gaf een winstwaarschuwing na tegenvallende resultaten in het afgelopen kwartaal. Het bedrijf kampt met hogere kosten, waaronder stijgende lonen.