De prijzen van koopwoningen zijn nog nooit zo hard opgelopen als in het derde kwartaal van dit jaar. Volgens het Kadaster stegen de huizenprijzen in drie maanden tijd met gemiddeld 6,4 procent, wat de grootste kwartaalstijging betekende sinds 1995. Op jaarbasis zijn de huizenprijzen gemiddeld met 17,5 procent gestegen. Voor een huis moest voor het eerst gemiddeld meer dan 400.000 euro worden betaald.
Het Kadaster stelt dat er steeds minder woningen worden verkocht in de prijsklasse tot 250.000 euro. Door de prijsstijgingen van de huizen zijn er juist steeds meer huizen die meer dan 4 ton kosten.
Het aantal woningtransacties in het derde kwartaal lag andermaal lager dan een jaar eerder. De regelingen om investeerders van de woningmarkt te weren, zoals de aanpassing aan de overdrachtsbelasting, lijken effect te sorteren. Volgens het Kadaster werden er in de eerste helft van dit jaar maar 9300 woningen verkocht aan investeerders, waar dat in dezelfde periode een jaar eerder 20.600 woningen waren.