In het tweede kwartaal zijn er minder huizen verkocht. De prijzen gingen nog wel omhoog, maar minder hard dan de afgelopen periodes. Dat meldt het Kadaster, dat zijn cijfers over de periode april tot en met juni bekendmaakte.
Er werden in die maanden 47.382 woningen verkocht, ruim 10 procent minder dan in dezelfde periode een jaar eerder. De gemiddelde woning kostte in het tweede kwartaal 429.000 euro en dat was 18,4 procent meer dan een jaar eerder. In de eerste drie maanden van het jaar was de prijsstijging nog 20,3 procent. Ook binnen de tweede periode vlakte de prijstoename af, waarbij de prijzen in juni 16,7 procent hoger lagen dan een jaar eerder.
Ook in het lopende kwartaal verwacht het Kadaster een verder remmend effect op zowel het aantal transacties als de huizenprijzen. Dan wordt het effect van de toegenomen hypotheekrente zichtbaar in de cijfers, laat de organisatie weten.
In Flevoland was afgelopen kwartaal de stijging van de woningprijzen het grootst, namelijk 21,7 procent. Dat komt deels doordat mensen uit Amsterdam zich daar op de markt begeven. Een op de negen verkochte woningen in Flevoland ging namelijk naar een koper uit Amsterdam. De prijsstijging in Zeeland was met 16 procent op jaarbasis het laagst.
Starters betaalden gemiddeld 356.000 euro voor een woning. Zij richtten zich op het segment van woningen tot 400.000 euro.