De eurozone blijft vooralsnog bestaan uit negentien landen. Andere EU-lidstaten die de euro nu of later willen invoeren, voldoen niet aan de daarvoor gestelde vereisten. Dat heeft de Europese Centrale Bank (ECB) gezegd na uitgebreid onderzoek.
De conclusie betekent vooral een tegenvaller voor Bulgarije. Dat land wilde graag volgende maand een aanvraag indienen om op de wachtlijst gezet te worden voor toelating tot het eurogebied. De meeste andere staten die wel oren hebben naar de euro, zien toetreding over het algemeen nog als een ver toekomstdoel.
Net als Tsjechië, Kroatië, Hongarije, Polen, Roemenië en Zweden hebben de Bulgaren ook echt vorderingen geboekt wat betreft de geldende criteria, aldus de ECB. Maar geen van alle had zijn zaakjes voldoende op orde.
Het gaat dan onder meer om de mate van onafhankelijkheid van de centrale banken in de betreffende landen. Dat is erg belangrijk om toegelaten te worden tot de eurozone. De constateringen van de ECB zijn overigens in lijn met eerdere conclusies van de Europese Commissie.