De aandelenbeurs in Amsterdam is met een klein verlies het weekend ingegaan. Het nieuws dat Heineken definitief van zijn Russische onderdelen af is, leverde een kleine winst op voor de bierbrouwer. Verder waren de ogen gericht op de conferentie voor Amerikaanse centrale bankiers in Jackson Hole, waar Jerome Powell een speech gaf waar beleggers lang naar uitkeken.
Powell zei dat de inflatie in de Verenigde Staten nog altijd te hoog is en dat de Federal Reserve bereid zou zijn de rente te verhogen als dat nodig is. Maar de Amerikaanse centralebankenkoepel zal "voorzichtig te werk gaan" bij nieuwe beslissingen over de rentes.
Op de Amerikaanse aandelenbeurzen werd die boodschap voorzichtig positief ontvangen, omdat er weinig verrassingen over bijvoorbeeld extra renteverhogingen waren. Op de Europese beurzen bleef de stemming terughoudend, met kleine uitslagen na de slotbel.
De AEX eindigde vrijdag 0,1 procent lager op 733,37 punten. Verzekeraar ASR was de sterkste stijger met een winst van 0,8 procent. Chipbedrijven ASML en ASMI eindigden onderaan. De MidKap sloot vrijwel vlak op 860,83 punten en de beurzen in Parijs, Frankfurt en Londen wonnen tot 0,2 procent.
Heineken eindigde bijna 0,8 procent hoger. De brouwer maakte bekend definitief van zijn Russische onderdelen af te zijn. Die activiteiten verkocht het bedrijf voor een euro aan een Russische onderneming. Eerder was er veel ophef over Heineken, dat na de Russische inval in Oekraïne beloofde weg te gaan uit het land. Onderzoeksmedium Follow The Money onthulde vervolgens dat Heineken Rusland na de invasie nog tientallen nieuwe producten op de markt had gezet.
In de MidKap won Eurocommercial Properties 1 procent. De vastgoedinvesteerder zag de huurinkomsten en de resultaten in de eerste jaarhelft licht stijgen. Bij de kleinere bedrijven vielen de resultaten van Sif (plus 0,4 procent) in de smaak bij beleggers. De funderingsspecialist zag de omzet in de eerste jaarhelft stijgen en handhaafde de verwachtingen voor het hele jaar.
De euro was 1,0788 dollar waard, tegen 1,0829 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,6 procent meer op 79,51 dollar. Brentolie werd 0,8 procent duurder op 84,02, op 83,77 dollar per vat.