Kleine plussen op Europese beurzen

De Europese beurzen lieten dinsdag kleine plussen zien. Beleggers hielden de blik vooral gericht op de handelsbesprekingen tussen Washington en Peking, die dinsdag worden voortgezet. Op het Damrak kampte verlichtingsbedrijf Signify met een negatief analistenrapport.

De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 0,2 procent in de plus op 492,90 punten. De MidKap won 0,5 procent tot 679,51 punten. De beursgraadmeters in Frankfurt, Londen en Parijs gingen tot 0,7 procent vooruit.

Signify was veruit de grootste daler bij de hoofdfondsen met een verlies van bijna 7 procent. Bank of America Merrill Lynch schroefde zijn aanbeveling voor het bedrijf terug. Vastgoedconcern Unibail-Rodamco-Westfield ging op kop met een winst van 2,7 procent.

In de MidKap won Boskalis 1 procent. De baggeraar heeft een overeenkomst getekend voor het leveren van onderzeese diensten in het Midden-Oosten. De basiswaarde van het driejarige contract bedraagt 40 miljoen dollar.

Op de lokale markt dikte Curetis 6,7 procent aan. Het dochterbedrijf Ares van de biotechnoloog heeft geld gekregen van het Vienna Business Agency voor de ontwikkeling van een prototype van een diagnosesysteem bij patiënten met zware infecties. Het Weense overheidsorgaan stak al eerder geld in Ares.

Renault kreeg er 1,1 procent bij in Parijs. De gevallen topman Carlos Ghosn van de alliantie tussen de autobouwers Renault, Nissan en Mitsubishi zei in de rechtbank in Tokio dat hij valselijk is beschuldigd en opgesloten. Ghosn, die nog altijd topman is van Renault, sprak voor het eerst in het openbaar sinds hij op 19 november werd gearresteerd.

Orange daalde 0,5 procent. De topman van de Franse telecomreus liet weten niet het voortouw te nemen in een consolidatieslag in de Franse telecomwereld. In Londen zakte de Britse retailer Morrison 3 procent na tegenvallende kerstverkopen.

De euro noteerde op 1,1443 dollar, tegen 1,1466 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie klom 1,4 procent tot 49,20 dollar. Brentolie kostte 1,5 procent meer en werd verhandeld voor 58,19 dollar per vat.