De belangrijkste beursgraadmeters in de Aziatische regio zijn maandag met winsten begonnen aan de laatste week van januari. Vooral de technologiebedrijven waren in trek, in navolging van de koerswinsten onder Amerikaanse branchegenoten. De hoop dat het omvangrijke coronasteunpakket van 1,9 biljoen dollar voor de Amerikaanse economie snel zal worden goedgekeurd bleef zorgen voor optimisme op de beursvloeren.
De oplopende politieke spanningen tussen de Verenigde Staten en China over Taiwan hadden weinig impact op de handel. De regering van Taiwan heeft zondag opnieuw melding gemaakt van Chinees militair machtsvertoon in haar luchtruim. China erkent de soevereiniteit van Taiwan niet en beschouwt het eiland als een eigen, dissidente provincie. De VS riepen Peking op te stoppen met de militaire, diplomatieke en economische druk op Taiwan. De hoofdindex in Shanghai won 0,5 procent en de beurs in Taiwan daalde 0,5 procent.
De Hang Seng-index in Hongkong kreeg er tussentijds 1,8 procent bij dankzij een sterke vraag naar aandelen van beleggers van het Chinese vasteland. Het Chinese technologiebedrijf Tencent, waarin de in Amsterdam genoteerde techinvesteerder Prosus een groot belang heeft, dikte 8,5 procent aan. De Chinese chipmaker SMIC klom 6 procent. De Kospi in Seoul steeg ruim 2 procent tot een nieuw recordniveau. Het Zuid-Koreaanse technologieconcern Samsung, een zwaargewicht in de index, klom 3,5 procent.
In Tokio sloot de toonaangevende Nikkei 0,7 procent hoger op 28.822,29 punten. Het Japanse technologieconcern Toshiba maakte een koerssprong van dik 16 procent. De Japanse beursuitbater Tokyo Stock Exchange heeft de terugkeer van Toshiba naar de hoofdcategorie van de beurs goedgekeurd. Het bedrijf werd in 2017 gedegradeerd naar de zogenoemde tweede sectie van de beurs, vanwege forse afschrijvingen op zijn Amerikaanse activiteiten op het gebied van kernenergie.