Kolen weer belangrijkste energiebron van Duitsland

Kolen zijn weer de belangrijkste energiebron van Duitsland. De conventionele energiebron haalde in de eerste zes maanden van het jaar wind in als grootste leverancier van energie. Dat gebeurt op het moment dat er in Duitsland in aanloop naar de verkiezingen in september een grote discussie is over de maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan.

Volgens berekeningen van het Duitse Federale Bureau voor Statistiek was 56 procent van de 258,9 miljard kilowattuur elektriciteit die in deze periode in Duitsland werd opgewekt, afkomstig van conventionele bronnen zoals steenkool, aardgas of kernenergie. Dat betekende op jaarbasis een stijging met een vijfde.

Daartegenover daalde het aandeel in de energiemix van hernieuwbare energiebronnen zoals wind, zonne-energie en biogas tot 44 procent. Dat was fors minder in vergelijking met de periode januari-juni vorig jaar.

De belangrijkste reden voor de daling was het gebrek aan constante wind. Het aandeel van windenergie daalde met 21 procent. Het gat dat door het tekort aan windenergie ontstond werd voornamelijk opgevuld door elektriciteit die werd opgewekt door kolengestookte elektriciteitscentrales.

Volgens de huidige wetgeving moet Duitsland uiterlijk in 2038 volledig stoppen met het gebruik van steenkool. Ook kernenergie wordt geleidelijk afgebouwd. Klimaatactivisten en politieke partij Die Grünen pleiten voor een snellere uitfasering van steenkool om de uitstoot van broeikasgassen sneller terug te dringen.

Duitsland heeft zijn klimaatambities overigens in de wet verankerd. Volgens deze wet moet de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2 tegen 2030 met 65 procent zijn verminderd ten opzichte van het niveau van 1990, en tegen 2040 met minstens 88 procent.

Een belangrijke uitdaging voor de volgende regering zal zijn hoe maatregelen kunnen worden uitgevoerd om deze wetgevingsdoelstellingen te halen. Dan gaat het bijvoorbeeld over de vraag hoe het beschikbare areaal voor windmolenparken sterk uitgebreid kan worden zonder al te veel tegenstand van de burger op te roepen.