De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn dinsdag met verliezen gesloten. Net als een dag eerder waren de minnen veel groter voordat koopjesjagers zich roerden. Waar dat maandag nog tot winsten leidde, lukte dat nu niet. Creditcardbedrijf American Express was een opvallende stijger nadat het de boeken opende. Ook IBM steeg na resultaten.
Verder drukte de beleidsvergadering van de Federal Reserve op het sentiment op Wall Street. De centrale bank komt woensdag met een rentebesluit na afloop van de tweedaagse vergadering. De rente zal nu vermoedelijk nog ongewijzigd blijven, maar de Fed gaf al wel aan de rente dit jaar een aantal keer te verhogen om de hoge inflatie aan te pakken. Beleggers weten echter nog niet wanneer de eerste rentestap exact zal worden genomen en hoe agressief de renteverhogingen zullen zijn. De onzekerheid over de situatie tussen Rusland en Oekraïne hield de gemoederen ook bezig.
De Dow-Jonesindex sloot 0,2 procent lager op 34.297,73 punten. De brede S&P 500 daalde 1,2 procent tot 4356,45 punten en techgraadmeter Nasdaq leverde 2,3 procent in, tot 13.539,29 punten.
American Express won 8,9 procent. Het concern boekte afgelopen kwartaal meer omzet en winst dan verwacht dankzij recordbestedingen die consumenten met een creditcard van het bedrijf deden. Voor 2022 rekent American Express op een verdere stijging van de resultaten.
IBM steeg 5,7 procent. Het concern boekte in het vierde kwartaal de sterkste omzetgroei in tien jaar. Dat was vooral te danken aan sterke groei bij de cloudactiviteiten waar het bedrijf zich steeds meer op toelegt.
Aerojet Rocketdyne kelderde haast 19 procent nadat de Amerikaanse overheid aangaf een overname door defensiebedrijf Lockheed Martin tegen te willen houden. Volgens de toezichthouder dreigt de concurrentie af te nemen en zouden de Verenigde Staten mogelijk meer moeten betalen voor raketten na de overname. Lockheed Martin steeg 3,6 procent.
Nvidia daalde 4,5 procent. Volgens persbureau Bloomberg is de chipmaker zich aan het voorbereiden om uit de omstreden overname van branchegenoot Arm te stappen. Verschillende marktautoriteiten weigeren de overname ter waarde van 40 miljard dollar (ruim 35 miljard euro) goed te keuren uit angst voor een te machtige positie van Nvidia.
De euro was 1,1303 dollar waard, tegenover 1,1280 dollar bij het slot van de Europese handel. Een vat Amerikaanse olie kostte 2,4 procent meer op 85,31 dollar. Brentolie werd 2 procent duurder op 88,00 dollar per vat.