De koopkracht in Luxemburg is relatief het hoogst in de hele Europese Unie. Dat meldt het Europese statistiekbureau Eurostat dat het bruto binnenlands product (bbp) per inwoner bekeek. Daarmee kan beter worden vergeleken welke landen en regio's armer zijn dan andere binnen het landenblok. Nederland zit boven het gemiddelde van de Europese Unie en de iets rijkere eurozone.
In Luxemburg is de waarde van de economie per persoon ruim 2,5 keer zo hoog als gemiddeld in de EU. Dat komt volgens de statistici omdat veel mensen uit buurlanden België, Frankrijk en Duitsland in dat land werken. Hun lonen tellen dus mee voor de Luxemburgse economie.
Ierland volgt niet ver achter Luxemburg. In dat land zijn veel internationale bedrijven gevestigd en die brengen daar om belastingtechnische redenen ook vaak hun intellectueel eigendom onder. Dat is veel geld waard, waardoor de Ierse economie relatief groot is.
In Nederland is iedereen goed voor 1,3 keer de gemiddelde EU-waarde van de economie. Daarmee zitten we vlak achter Denemarken en net voor landen als Oostenrijk, België, Zweden en Duitsland. De gemiddelde Fransman vertegenwoordigt 1 procent meer economische waarde dan de gemiddelde EU-inwoner, Italië zit 4 procent onder het gemiddelde. Bulgaren zorgen gemiddeld voor 41 procent minder economische waarde dan het EU-gemiddelde en daarmee staat dat land onderaan. Ook Slowakije en Griekenland verkeren in de onderste regionen.