Acht landen rond de Oostzee willen de capaciteit voor het opwekken van windstroom in die zee verzevenvoudigen tegen 2030. Daarmee willen ze hun afhankelijkheid verkleinen van gas en elektriciteit uit Rusland, maakte de Deense premier Mette Frederiksen bekend tijdens een energietop in Kopenhagen.
"We delen een groot potentieel voor het opwekken van windstroom op zee", zei Frederiksen over haar eigen land, Duitsland, Polen, Litouwen, Letland, Estland, Finland en Zweden. Die acht EU-landen grenzen allemaal aan de Oostzee.
Momenteel staan er windmolens in de Oostzee die zo'n 2,8 gigawatt aan stroom kunnen opwekken. Bijna al die windmolens staan in Deense en Duitse wateren.