De levensmiddelenbranche is blij dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) tijdelijk minder streng controleert of ondernemers zich houden aan de regels rond wegwerpplastic. Staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) heeft dit donderdag besloten. Hiermee ziet zij volgens branchevereniging CBL in dat de heffing op dit moment "niet voldoende werkbaar is".
De regels voor plastic verpakkingen gelden sinds 1 juli van dit jaar. Die houden in dat onder meer supermarkten en snackbars geen gratis plastic verpakkingen meer mogen meegeven. Klanten moeten sindsdien een aparte heffing betalen voor plastic verpakkingen als drinkbekers. Deze maatregel moet ervoor zorgen dat mensen hun eigen herbruikbare verpakkingen gebruiken in plaats van wegwerpplastic. De hoogte van die heffing verschilt echter per winkel. Soms vraagt een verkoper maar 1 eurocent, terwijl een ander een hoger bedrag wil hebben.
Branchevereniging CBL, waar supermarkten onder vallen, wil al langer dat leden afspraken mogen maken over een gezamenlijke vaste heffing. Dit moet voorkomen dat supermarkten elk een ander bedrag vragen voor eenmalig plastic. Toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) zei in juni het niet noodzakelijk te vinden dat supermarkten gezamenlijke afspraken maken.
Het CBL zegt verder te hopen dat er snel een evaluatie van de regels rond wegwerpplastic komt en dat een nieuw kabinet een definitief besluit neemt over de heffing.
Mogelijk stoppen frituurzaken met het apart berekenen van de toeslag door het besluit, denkt de directeur van de Vereniging Professionele Frituurders (ProFri), Frans van Rooij. "Het geeft de verpakkingsbranche meer tijd om met betaalbare alternatieven te komen, zodat frituurzaken hun klanten niet met extra kosten hoeven op te zadelen", laat hij weten.
"Het zelf meenemen van bakjes, zoals de staatssecretaris voor ogen stond, is een compleet lachertje geworden en bovendien op basis van de Hygiënecode niet uitvoerbaar. Het doorberekenen van de plastictoeslag aan klanten bleek in de praktijk onuitvoerbaar vanwege de diversiteit van verpakkingen en manieren van bestellen." Veel ondernemers berekenden de heffing volgens hem daarom nooit aan klanten en degenen die dit wel deden, zijn daar om praktische redenen snel mee gestopt.
Ook Koninklijke Horeca Nederland (KHN) is positief over de beslissing, omdat het "nu meer duidelijkheid geeft voor de (fastservice)sector."