De aandelenbeurzen in New York zijn dinsdag licht hoger geopend. Daarmee werd wat herstel getoond in met name de techsector op Wall Street die maandag nog hard onderuit ging. Facebook stond bij de winnaars, na een dag eerder nog stevig in de min te zijn geëindigd mede vanwege een wereldwijde storing bij sociale media van het technologieconcern.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na opening een plus van 0,2 procent op 34.081 punten en de breed samengestelde S&P 500 klom 0,3 procent tot 4312 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq won 0,4 procent tot 14.308 punten, na het verlies van 2,1 procent een dag eerder.
Facebook ging 0,3 procent vooruit. Op maandag leverde het aandeel nog bijna 5 procent aan waarde in. De urenlange storing trof Facebook en diensten als Instagram en WhatsApp. Facebook heeft excuses aangeboden aan gebruikers. Andere grote techfondsen zoals Amazon, Apple, Microsoft en Google-moeder Alphabet lieten plussen tot 0,6 procent optekenen.
Tesla boekte een koerswinst van 0,5 procent. Een federale jury in San Francisco heeft de bouwer van elektrische auto's veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 137 miljoen dollar aan een voormalige zwarte werknemer omdat die te maken kreeg met racisme op de werkvloer. De jury kwam tot de conclusie dat het bedrijf er niet in was geslaagd om te voorkomen dat de werknemer racistisch werd behandeld.
Frisdrank- en snackproducent PepsiCo kon ook op aandacht rekenen. PepsiCo heeft opnieuw zijn verwachtingen voor de verkoop in het lopende gebroken boekjaar naar boven bijgesteld, geholpen door de heropening van onder meer de horeca. Wel kampt het bedrijf met problemen in de toeleveringsketen en hogere materiaalkosten. Het aandeel PepsiCo steeg 1,1 procent. Branchegenoot Coca-Cola werd 0,2 procent hoger gezet.
De bouwer van elektrische voertuigen Lordstown Motors kreeg een adviesverlaging van zakenbank Morgan Stanley en dook 10 procent in het rood. Morgan Stanley zegt dat de recente verkoop van een fabriek van Lordstown in de staat Ohio aan het Taiwanese Foxconn veel minder heeft opgebracht dan eerder was voorzien.
De euro was 1,1589 dollar waard tegen 1,1616 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 1,3 procent duurder op 78,64 dollar en Brentolie kostte 1,4 procent meer op 82,41 dollar per vat.