In de Gelderse plaats Lochem worden voor het eerst bewoonde woningen verwarmd met behulp van waterstof, meldt netwerkbeheerder Alliander. Samen met de bewoners en andere partijen werkte het netwerkbedrijf aan aanpassingen die het mogelijk maakten waterstof door bestaande aardgasleidingen te pompen.
Het gaat om het eerste Nederlandse experiment met waterstof in de bebouwde omgeving, dat pas van start kon gaan na toestemming van het Staatstoezicht op de Mijnen. Doel van het proefproject is ervaring opdoen met het hergebruik van bestaande gasnetten voor het leveren van waterstof. Daarvoor bouwden betrokken partijen onder andere een installatie in Lochem die de waterstof in het aardgasnetwerk zal voeden.
Uiterlijk in 2050 moeten alle Nederlandse woningen en bedrijfspanden van het aardgas af. Volgens Daan Schut, bij Alliander leidinggevende voor de energietransitie, zijn alternatieve gassen als waterstof belangrijk voor het verduurzamen van de energievoorziening. Bij de verbranding van waterstof komt geen CO2 vrij en het gas is in theorie met duurzaam opgewekte elektriciteit te produceren. "Met elektriciteit alleen, redden we het niet", aldus Schut. Voor moeilijk te isoleren woningen waar een elektrische warmtepomp weinig uithaalt zou waterstof bijvoorbeeld uitkomst kunnen bieden.
Echt duurzaam is de waterstof die nu door de Lochemse gasleidingen stroom overigens niet. Het gaat om zogeheten grijze waterstof, waarvoor bij de productie aardgas is gebruikt en dus alsnog CO2 vrijkomt. Leverancier Westfalen Gassen Nederland is wel van plan in de toekomst 'groene' waterstof te leveren, die uitsluitend met duurzame elektriciteit is gemaakt. Maar op dit moment wordt er nog te weinig groene waterstof geproduceerd om er huizen mee te verwarmen.
Een andere kanttekening die milieuorganisaties, waaronder Milieudefensie, maken heeft te maken met het verlies van energie bij het produceren van waterstof. Er gaat bij het omzetten van elektriciteit in waterstof heel wat energie verloren.