Maleisië, de op een na grootste palmolieproducent ter wereld, overweegt de export naar de Europese Unie stop te zetten. Het land reageert daarmee op de nieuwe ontbossingsverordening van het landenblok. Dat zei vicepremier Fadillah Yusof, die ook de Maleisische minister van Plantage en Grondstoffen is, tijdens een persbijeenkomst.
In december bereikten de onderhandelaars van het Europees Parlement en de EU-lidstaten een akkoord over een nieuwe wet om de invoer van producten die bijdragen aan ontbossing te verbieden. Het gaat naast palmolie ook om andere producten als cacao, koffie, soja, hout, rundvlees en rubber, en ook om afgeleide producten zoals leer, chocolade, meubels, papier en houtskool.
Bedrijven die hun producten in de EU willen verkopen moeten verklaren dat de bestanddelen ervan niet bijdragen aan het verwoesten van bos. Anders moeten ze vrezen voor hoge boetes. Het voltallige parlement en de EU-lidstaten moeten de verordening nog formeel goedkeuren voordat deze in werking kan treden. Handelaren krijgen vervolgens achttien maanden de tijd om de regels uit te voeren.
Volgens de Maleisische vicepremier zal het land met Indonesië, de grootste producent en exporteur van palmolie, overleggen over de mogelijkheid om de export naar de EU stop te zetten. "We zouden een sterkere stem hebben als we de handen ineen kunnen slaan met Indonesië", aldus Yusof, die deze maand een bezoek zal brengen aan Indonesië.
Palmolie wordt gebruikt in talloze producten, onder meer in zeep, voedsel en brandstof. Indonesië en Maleisië zijn samen goed voor meer dan 80 procent van het wereldwijde aanbod. Andere palmolieproducenten hebben ook al gewaarschuwd dat miljoenen kleine boeren in Zuidoost-Azië, Latijns-Amerika en Afrika dreigen te worden afgesloten van de Europese markt omdat ze niet over de middelen beschikken om aan de strengere eisen te kunnen voldoen.