Het verschil tussen wat mannen en vrouwen verdienen is vorig jaar opnieuw kleiner geworden. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Wel verdienen mannen, of zij nu voor de overheid of in het bedrijfsleven werken, nog altijd meer.
Het gemiddelde uurloon voor mannen die werken in het bedrijfsleven lag volgens het CBS vorig jaar 16,4 procent hoger dan voor vrouwen. Dat verschil was in 2020 nog 17,3 procent. De loonkloof binnen de overheid is een stuk kleiner. Zo verdienden mannen vorig jaar gemiddeld 5,1 procent meer dan hun vrouwelijke collega's; in 2020 bedroeg het verschil nog 6,7 procent.
Het CBS stelt dat de hoogte van het uurloon afhangt van onder meer het soort werk, de functie, de opleiding en de hoeveelheid ervaring. Worden die factoren door het statistiekbureau meegewogen, dan bedroeg het loonverschil tussen mannen en vrouwen die werken voor de overheid 1,8 procent. In het bedrijfsleven was de kloof in dat geval 6,9 procent.
Het grootst zijn de loonverschillen aan de top van de loonlijst, constateert het CBS verder. Dat geldt vooral voor het bedrijfsleven, waar mannen vorig jaar gemiddeld bijna 24 procent meer verdienden. Maar ook bij de overheid is het verschil met 9 procent relatief groot. Ook na de correctie voor onder andere werkervaring en functie blijven de verschillen volgens het statistiekbureau groot, namelijk respectievelijk 9 procent en 3,1 procent.
Het CBS meldt dit jaar zijn onderzoeksmethode te hebben gewijzigd. In tegenstelling tot eerdere jaren zijn de lonen van alle werknemers van 15 jaar tot en met de AOW-leeftijd meegenomen. Voorwaarde daarbij is dat de personen in Nederland wonen en een baan hebben van vier uur of meer per maand. Banen van scholieren en studenten, stagiairs en in de sociale werkvoorziening tellen daarin niet mee.