De maximale prijs die energieleveranciers mogen vragen aan klanten van warmtenetten gaat hard omlaag. De prijs voor 'stadsverwarming', die toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) reguleert, is gekoppeld aan de gasprijzen en die zijn nu een stuk lager dan een jaar geleden. Het maximumtarief bedraagt daarom iets meer dan de helft van dat van vorig jaar.
Energieleveranciers mogen in 2024 maximaal 46,69 euro per gigajoule aan stadswarmte rekenen. Dit jaar is het nog 90,91 euro per gigajoule. In de praktijk betaalde niemand zoveel. Het kabinet introduceerde namelijk een prijsplafond voor gas en elektriciteit om de klap van de gestegen energieprijzen te verzachten. Ook voor warmtenetten kwam zo'n plafond van 47,38 euro per gigajoule, mits het verbruik onder een bepaald niveau bleef.
Klanten van een warmtenet, dat bijvoorbeeld restwarmte van de industrie of afvalverbranding naar huizen transporteert, betalen jaarlijks ook een bedrag voor hun aansluiting. De maximumprijs daarvoor gaat juist 12,5 procent omhoog tot 618,82 euro.
De prijzen van warmtenetten zijn door de ACM gereguleerd, omdat er geen concurrentie mogelijk is. Klanten zitten vast aan hun warmtenetwerk waar maar één leverancier de warmte levert. De toezichthouder controleert jaarlijks ook of prijsverhogingen van warmteleveranciers redelijk zijn. Dat betekent dat ze de tarieven alleen tot het maximum mogen verhogen als ze kunnen aantonen dat dit noodzakelijk is.