Horecazaken kunnen de komende jaren rekenen op een hogere omzet. Vooral restaurants en hotels doen het goed, cafés blijven achter, zo voorspelt ABN AMRO in een rapport over de zogenoemde vrijetijdsbranche.
Door de gunstige economische omstandigheden en gestegen consumentenvertrouwen
eten, drinken en slapen Nederlanders meer buiten de deur. Ook museum- en bioscoopbezoek neemt toe.
Consumenten geven dit jaar gemiddeld 3,8 procent meer uit aan vrijetijdsbesteding. Ook vorig jaar groeide de branche voor vrijetijdsbesteding. De sector verdiende toen in doorsnee 3,3 procent meer.
Vooral hotels zien de inkomsten stijgen. Wereldwijd gaan steeds meer mensen op vakantie, wat voor Nederland 7,3 procent meer hotelovernachtingen dan vorig jaar zal betekenen.
Buitenshuis eten gebeurt ook vaker. Doordat Nederlanders sneller dan voorheen kiezen voor gemak en luxe, verdienen fastfoodzaken en restaurants dit jaar respectievelijk 5 en 6 procent meer dan vorig jaar.
Grote achterblijver is het traditionele café. In tegenstelling tot restaurants en snacktenten presteren conventionele kroegen niet beter dan voor de financiële crisis. Toch verwacht de bank dat ook deze horecazaken hun inkomsten zien stijgen, zij het in een lager tempo dan horecazaken waar je ook een hapje kunt eten.