Sif heeft de omzet in de eerste zes maanden van dit jaar flink opgevoerd. Het bedrijf dat funderingen maakt waarop windmolens in de zeebodem worden verankerd zag ook de winst die per fundering werd gemaakt groeien. Sif denkt dat de markt voor windmolens op zee de komende jaren alleen maar blijft groeien en verwacht daarbij ook hogere marges te kunnen behalen ondanks het feit dat de concurrentie ook toeneemt.
In de eerste zes maanden van dit jaar was de volledige productie van Sif bedoeld voor windparken op zee. Het gaat dan om zogeheten monopiles, enorme palen die in de zeebodem verankerd staan en waarbovenop de volledige windmolen wordt geplaatst. In het verleden bouwde het bedrijf ook nog funderingen voor olie- en gasbedrijven, die veelal een kleinere diameter hadden, maar daar mikt het bedrijf niet meer op. In plaats daarvan wil het de productieruimte voor die kleinere funderingen gebruiken voor bijvoorbeeld verdeelstations voor de windparken.
Ook werkt Sif eraan om de productie milieuvriendelijker te maken. Voorheen werd bij het verhitten van metaal gas gebruikt, daar wordt nu een inductie-oplossing voor gebruikt.
De omzet van Sif ging naar 249,3 miljoen euro tegen 151,2 miljoen euro een jaar eerder. Onder de streep bleef er 7,2 miljoen euro over. In de eerste helft van 2020 was dat nog 493.000 euro. Bovendien heeft Sif nog voor 400 kiloton aan opdrachten in het orderboek. Daarvan is 270 kiloton al in de wacht gesleept en is Sif voor de rest in exclusieve onderhandelingen. Halverwege vorig jaar was het orderboek nog gevuld met 300 kiloton aan opdrachten.