Olie- en gasconcern Shell heeft in het eerste kwartaal naar verwachting opnieuw geprofiteerd van de hoge energieprijzen, waardoor de winst flink is gestegen. Het bedrijf dat op papier nu volledig Brits is en daardoor het predicaat koninklijke kwijtraakte, komt donderdagochtend met resultaten over de eerste drie maanden van het jaar naar buiten.
De olieprijzen zijn fors gestegen door de aantrekkende vraag vanwege het economisch herstel van de coronacrisis. Door de onrust als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de westerse sancties tegen Rusland zijn de olieprijzen verder opgelopen tot de hoogste niveaus in jaren.
Shell is naast een producent ook een belangrijke handelaar in olie en gas. Het concern liet eerder al weten met de handel in olieproducten "aanzienlijk hogere" resultaten te hebben geboekt in het eerste kwartaal ten opzichte van het laatste kwartaal van 2021. Ook de handel in vloeibaar gemaakt aardgas (lng) zal naar verwachting meer winst hebben opgeleverd.
Grote concurrenten van Shell als BP, TotalEnergies, ExxonMobil en Chevron maakten eerder al sterke winstcijfers over het eerste kwartaal bekend, dankzij de hogere energieprijzen. De Russische inval in Oekraïne zorgt echter ook voor tegenslagen. Zo besloten de meeste grote westerse olieproducenten Rusland te verlaten en moeten ze miljarden afschrijven op hun Russische bezittingen.
Shell heeft aangegeven tot 5 miljard dollar (zo'n 4,8 miljard euro) te moeten afschrijven op zijn activiteiten in Rusland. Concurrent BP boekte maar liefst omgerekend bijna 28 miljard euro af op zijn Russische activiteiten. Of de bedrijven eventueel nog kopers vinden voor hun onderdelen in Rusland is nog onduidelijk. Het risico bestaat dat die onderdelen tegen korting naar Russische of Chinese kopers gaan.