Het overgrote deel van het Nederlandse bedrijfsleven heeft tijdens de coronacrisis geen noodzaak gehad om geld te lenen of investeerders aan te trekken. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van een enquête onder ondernemers in het niet-financiële bedrijfsleven met minimaal vijf werknemers.
Ruim een kwart van de ondervraagde horeca-ondernemingen trok wel vreemd vermogen aan om hun betalingsverplichtingen te voldoen. Dat is het meest van alle sectoren waarmee dus de meeste bedrijven dat niet nodig hadden. Nog eens een op de acht heeft wel vreemd vermogen nodig, maar slaagde er nog niet in om geld te lenen.
Ook andere sectoren die zwaar te lijden hadden onder de coronabeperkingen, zoals cultuur, sport en recreatie en de vervoerssector, gaven vaak het betalen van rekeningen als reden op voor het lenen van geld.
Bedrijven in de verhuur en handel van onroerend goed trokken ook vaak vreemd vermogen aan. Ruim 40 procent zei dit gedaan te hebben, maar dan met als doel om te investeren. Ook de vervoersbranche staat bij dit leendoel hoog, net als de horeca. 17 procent van de horeca-ondernemingen leende geld om te investeren tijdens de crisis.