Gemeenten hebben niet gediscrimineerd door 'reguliere' werknemers van gemeenten loonsverhoging en een koopkrachtcompensatie te geven en werknemers met een arbeidsbeperking niet. Dat oordeelt het College van de Rechten van de Mens in een zaak die door vakbonden FNV en CNV werd aangespannen.
Gemeentelijke medewerkers kregen vanuit de cao een eenmalige uitkering om de inflatie te compenseren en begin dit jaar een structurele loonsverhoging. Werknemers bij de gemeenten met een arbeidsbeperking vallen onder een andere cao en kregen dit extra loon niet. De vakbonden vonden het discriminerend dat er voor die laatste groep geen enkele maatregel is getroffen.
Het college vindt dat de twee soorten werknemers wat loon betreft niet met elkaar vergeleken kunnen worden. De werknemers met een arbeidsbeperking werken volgens het college onder aangepaste omstandigheden en zijn met behulp van loonkostensubsidie in dienst. "Dat het type werkzaamheden in de praktijk kan overeenkomen maakt dit niet anders. Doorslaggevend is dat er een relevant verschil is in hun arbeidsrechtelijke positie", aldus het college.
"De VNG is blij met dit oordeel van het college", aldus Raymond Vlecken, die namens de VNG de onderhandelingen leidde. "De werknemers die onder deze bijzondere cao's vallen, waarderen wij. Er is geen enkele intentie geweest om hen bij de beloning van hun waardevolle werk te discrimineren."
FNV vindt het oordeel teleurstellend. "Er is torenhoge inflatie en de VNG geeft de ene groep waar ze verantwoordelijk voor is een soort 'eindejaarsbonus' en de andere groep niks, omdat die een andere werknemer is. Het is ongelooflijk dat dat standhoudt bij het college", zegt bestuurder Peter Wiechmann.